weekverhaal week 38

Beest

Over de speelplaats rennen lachende kinderen. Guus staat op de terp. Zo noemen ze het heuveltje midden op de speelplaats.
'Wie het eerst hier is, roept hij.
De kinderen hollen naar hem toe.
'Jullie lijken wel paarden.'
'En jij een giraffe', zegt Ron. Van alle kanten botsen ze tegen hem op.
'Ik ben een giraffe, ik ben een giraffe.' Guus maakt rare sprongen. Hij probeert weg te rennen, maar de kinderen houden hem vast.
'Tegen een giraf­fe durven jullie wel. Maar durven jullie ook tegen een tijger?'
Hij gromt en maakt van zijn handen klauwen.
'Bè, bè, ik ben lekker niet bang.'
Vanachter het hek klinkt de plagende stem van Kevin.
Guus sluipt naar het hek.
'Wees maar blij dat ik in een kooi zit.'
Kevin klimt lenig over het hek. Guus brult: 'Dit is verbo­den. Het publiek moet achter de hekken blijven.'
'Maar ik ben ook een beest,' gromt Kevin.
Daar klinkt de toeter.
'Zijn alle beesten in de kooi?' vraagt Guus.
'Jaaaaa,' toeteren de kinderen.
'En nu allemaal zwaaien naar het publiek!'
De ouders bij de poort kijken een beetje vreemd en zwaaien aarzelend terug.
'Kom naar 't nachthok.'
Ze grom­men luid en lopen met reuze passen naar de deur. In de klas gaat Guus met de handen in de zij staan.
'Er is nu nog maar één groot beest en dat ben ik. Alle mieren gaan zitten.'
De kinde­ren protesteren.
'Mieren praten niet. Maar kruipen wel.'
Kevin loopt op handen en voeten.
'Stop!' brult Guus, 'we gaan kunstjes leren. Braaf zitten.'
Joyce gilt: 'Een lang­poot, in mijn nek.'
Rob springt naast zijn stoel­tje.
'Dat heeft Rob gedaan, mees­ter.'
'Rob zet dat beest buiten.'
'Ik was het niet,' lacht Rob.
'Schiet op Rob.'
'Ze gaan toch dood.'
'Maar niet in de nek van Joyce,' zegt Guus streng. 'Dat willen langpoten niet.'
Rob pakt de langpoot uit de nek van Joyce. Joyce is bang. Op weg naar de gang houdt Rob de lang­poot voor het gezicht van Jessica. Zij gilt ook. Guus zegt nog eens 'Schiet op Rob anders schiet ik op Rob.'
Hij rent naar buiten.
'Mijn oma is ook dood.'
Jessica steekt de vinger op.
'Mijn oma is ook dood.'
Bij de deur giert Rob: 'Zeker in de nek van Joyce.'
'Nee,' brult Jessica. 'Mijn oma was heel lang ziek. En opa huilt. Hij is alleen. Straks ga ik naar hem toe.'
'Lieve meid,' zegt Guus stil.
Rob komt dansend als een lang­poot weer naar binnen.
Guus glimlacht: 'Opa langpoot zal blij zijn.'
'In de boom zijn ook beesten,' zegt Ron.
Guus loopt naar het raam.
'Ik zal eens kijken.' Kevin staat op en pakt het boek. Hij bladert in het boek. 'Dat staat hier in.'
Guus leest.

Leen ziet de rug van Lief.
‘Dag Lief. Ik zie je rug. Ik zie niet je ogen, mond, neus, buik.
‘Ik kijk naar de boom, Leen.’
‘Wat zie je in de boom?’
‘Ik zie een eekhoorn en een spin.’
‘Wat doen de eekhoorn en de spin?’
‘De spin leest voor uit een boek. En de eekhoorn zit naast de spin.’
‘Wat leest de spin voor?’
‘Een verhaal over het bos waar geen eikels zijn.’
‘Ook geen eekhoorns?’
‘Jawel, er wonen wel eekhoorns.’
‘Dan hebben de eekhoorns toch honger.’
‘Ja, heel erge honger.’
‘Wat zielig.’
‘Ja, een heel zielig verhaal.’
‘Maar dat is toch niet leuk voor de eekhoorn.’
Lief krabt met een vinger over haar neus.
‘De eekhoorn vindt zielige verhalen leuk.’
‘Vind je die ook leuk?’
‘Ja, nu wel.’
‘Loop je daarom met de rug naar me toe?’
‘Misschien.’
Leen draait zich om. De rug van Leen en de rug van Lief staan naast elkaar.  
‘Ik vind dat niet leuk.’
Lief draait zich om en ziet de rug van Leen.
‘Wil je dan mijn ogen, mijn mond, mijn neus, mijn buik zien?’
‘Ja!’ roept Leen en draait zich snel om.
Lief pakt hand van Leen.
‘Kom we gaan naar de boom. We vertellen de spin en de eekhoorn een verhaaltje van de rug,’ zegt Lief.
‘En van de ogen, neus, mond en buik,’ fluistert Leen.   

'En,' fluistert Guus verder, 'pak ne je rekenspul­len en maak de wed­strijdsom­men van gisteren af. Werk zo ijverig als een mier en schrijf niet met hanenpoten, ook niet met langpoten. Wees zo stil als een muis en zo lief als, als een... knuffel. Ssssst.'
'Raar beest,' zegt Joyce snel.
Guus kijkt haar dromerig aan.
'De meester is een lief beest,' fluistert ze en ze begint te schrijven.